|
De schootsteek gebruik je om twee touwen van ongelijke dikte aan elkaar te knopen, maar je kunt hem ook gebruiken bij twee touwen van gelijke dikte. Met het dikste touw maak je een lus waarna je er het dunste touw zoals op het het plaatje doorheen werkt. Als er veel kracht op het touw komt te staan is de schootsteek vaak redelijk makkelijk los te maken. Ook touwen van gelijke dikte kun je goed met een schootsteek verbinden. |
Maak een lus in het touw met het uiteinde gekruist over het touw.Haal het uiteinde onder het touw door.Steek dan het uiteinde terug boven in de lus.Trek ’t touw aan. |
De mastworp wordt gebruikt om een touw aan een paal vast te maken.
Leg het touw over de paal en haal hem vervolgens rechtsom de paal zorg dat je touw aan onder je begintouw links weer te voorschijn komt.
Haal je touw vervolgens over je eerste slag heen en laat hem nu aan de bovenkant van je eerste touw uitkomen. Haal hem nu gelijk onder je vorige slag door (zie plaatje 2) en trek de knoop aan. Let er op dat het begin en het einde van de knoop altijd tussen twee andere touwtjes in zitten en het uiteinde niet te kort is, de mastworp kan dan losschieten.
|
De constrictor knoop lijkt veel op de mastworp maar blijft veel beter zitten, Soms kun je hem na gebruik zelfs niet meer los krijgen.
Wij gebruiken hem daarom soms bij het pionieren van grote objecten. De knoop zorgt ervoor dat het bouwwerk stevig blijft staan. Haal bij de Constrictorknoop bij de laatste slag het touw over het begintouw en vervolgens onder de hele knoop heen.(zie plaatje) Net zoals bij de mastworp zit het begin en het einde van de knoop weer in het midden. |
|