Er bestaan verschillende soorten kaarten;
Voor in de auto heb je (auto)wegenkaarten, op de fiets heb je fietskaarten, op het water heb je zeekaarten. Bij scouting maken we echter meestal gebruik van stafkaarten, ook wel bekend als topografische kaarten. Het grote voordeel van deze kaarten is dat ze in een veel groter detail weergeven wat er allemaal in het landschap staat. Hiernaast een voorbeeld van een kaart met schaal 1:25.000
De schaal van de stafkaarten in Nederland is 1:25.000 of 1:50.000 Dat wil zeggen dat 1 cm op de kaart in werkelijkheid 25.000 (of 50.000) cm is. ofwel 250 (500) meter.
Een stafkaart is altijd in vakjes ingedeeld. Een handig feitje om te weten is dat een vakje altijd 1 kilometer is. Dus ook al weet je niet wat voor kaart je in handen hebt, je weet altijd hoeveel een kilometer op de kaart is!
Omdat op de kaart natuurlijk niet alles kan worden nagetekend, wordt gewerkt met tekens. De verklaring van de tekens heet de legenda. De legenda staat altijd aan de zijkant van de kaart zodat je alles makkelijk op kan zoeken.
Hier links zie je een voorbeeld van dingen die op een legenda kunnen staan. Kijk de volgende keer maar eens goed op de legenda wat ze allemaal betekenen.
Ook met kleuren en patronen wordt veel gedaan op stafkaarten. Zo zal water altijd blauw zijn en is bos meestal groen. Ook de uitleg van de kleuren en patronen staat in de legenda vermeld.
Op de kaart zie je ook bruine kronkelige lijnen. Dat zijn HOOGTELIJNEN. Die verbinden alle punten die op dezelfde hoogte liggen ergens op die lijn staat dan ook de hoogte vermeld. Als er veel lijnen dicht bij elkaar staan dan betekent dat dat het daar erg steil is.
Als je wilt weten waar je je op de kaart bevindt, dan moet je eerst weten hoe je de kaart moet vasthouden. Dat klinkt lachwekkend... maar hier wordt bedoeld: je moet het Noorden op de kaart ook in de richting van het noorden houden. "De kaart op het noorden leggen" of "oriënteren", heet dat. Het is wel handig om te weten dat bij de alle kaarten de bovenkant het noorden is. Heb je een keer, om wat voor reden dan ook, een klein deel van een kaart. Kijk dan naar de lettertjes die er op staan. Die staan altijd rechtop, dus de bovenkant van de letters wijzen ook naar het noorden van de kaart!